Op gevoel

‘Dat doe ik op gevoel’ zei mijn fietsenmaker die de derailleur had bijgesteld omdat de trappers regelmatig doorschoten. Hij had enkele dagen geleden de ketting en enkele bladen vervangen, deze moesten zich nog een beetje zetten, zo zei hij. Ik had vertrouwen in deze man, er was een klik, ik had deze fietsenmaker zelf uitgezocht en het bleek dat hij het vertrouwen niet had beschaamd: de fiets reed weer als een tierelier. Ontroering. Hoe doen die vakmensen dat toch? Ik wil het niet eens weten. Maar ik vermoed: veel plezier en weinig regels. Muziekje erbij. En natuurlijk koffie tijdens het wachten, zodat je met goede zin nog even rondsnuffelt in de zaak.

In de zorg willen de vakmensen ook terug naar een meer ‘regelarme omgeving’, zegt Joris Slaets, hoogleraar ouderengeneeskunde. Hij is voorstander van een Leefplezierplan en Zorg Zonder Regels. Toen ik hem deze week op een congres hoorde praten moest ik onwillekeurig aan mijn vader in het verpleeghuis denken. Zouden ze daar ook een Leefplezierplan hebben? Dat zou betekenen dat hij een vaste verzorger heeft, iemand die een klik met hem heeft. Deze leert hem goed kennen en op een zeker moment weet zij (m/v) wat hij (m) belangrijk vindt. Daarop wordt de zorg dan afgestemd. Misschien niet meer elke dag douchen, maar wel muziek luisteren, bijvoorbeeld. ‘Onnodige registraties moeten dan wel stoppen’, zegt Slaets, ‘je moet accepteren dat er af en toe iets mis kan gaan’. Meer menselijkheid en leefplezier en minder veiligheidseisen is de korte samenvatting.

Op deze manier geef je het vertrouwen aan de vakmensen. Die zijn zelf ook enthousiast in de verpleeghuizen waar ze dit toepassen:  ‘Zonder regels vertrouwen medewerkers meer op hun eigen beoordelingsvermogen. Omdat de bewoner op de eerste plaats staat, voelen medewerkers sneller aan hoe het met hem of haar gaat. Daardoor vinden minder incidenten plaats’.

Mijn fietsenmaker had het goed aangevoeld en het doortrap probleem vakkundig verholpen. Daar houd ik van, vakmensen die het goed aanvoelen. We kunnen er niet genoeg van hebben. Geef ze het podium en de ruimte!

 

Dit is mijn 23e blog. Over een maand verschijnt de 24e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Loslaten is het nieuwe vasthouden

Eén keer per week bezoek ik een deelnemer die meedoet aan het thuisadministratie-programma van Humanitas. Ik help deze mensen om meer grip krijgen op hun uitgaven en inkomsten zodat er een nieuw evenwicht ontstaat. Soms betekent dat het uitdunnen van het verzekeringspakket, soms het aanvragen van kwijtschelding van belastingen of het afraden een nieuw bankstel te kopen. Geduld is daarbij een schone zaak want het is vooral de bedoeling dat de deelnemer zelf de regie houdt en keuzes maakt. Tenslotte ben ik geen belastingadviseur of verzekeringsagent, maar een eenvoudige vrijwilliger. Mijn deelnemer, want zo worden ze consequent genoemd, is een hartelijke vrouw die mij altijd voorziet van koffie met een koekje. Dan begint ze enthousiast te vertellen over haar wederwaardigheden. Leuke, droevige of hilarische verhalen van een wereld die ik niet zo goed ken, maar nu wel deelgenoot van word. Vervolgens gaan we aan de slag met iets wat zij belangrijk vindt.

Vaak heeft het te maken met het loslaten van het verleden. Een map met oude loonstrookjes, een overzicht van vakantiedagen uit 1993, een duur ANWB lidmaatschap, graag houdt ze overal aan vast onder het motto “je weet maar nooit”. Had ze van haar vader geleerd. Desondanks zijn er al enkele doorbraken bereikt. Zo is ze onlangs overgegaan op een andere provider voor haar mobiele telefoon: veel goedkoper en een uitgebreider pakket.

Onlangs had ze een probleem: de voedselbank waar ze wekelijks komt gaf haar teveel eten mee. Ze kreeg het niet weggewerkt en de vriezer zat al helemaal vol. Maar ze vond het ondankbaar om het voedsel te weigeren. Ze grapte al om een BBQ te organiseren voor de buurt, maar is er toch toe overgegaan om dit bespreken met de vrijwilligers daar en niet meer alles mee naar huis te nemen. Ook dat zijn doorbraken.

Het zal niet meevallen om langzamerhand afscheid van haar te nemen, want ook aan mij zal ze zich het liefst vasthouden. En diep in mijn hart: ik ook een beetje aan haar.

 

Dit is mijn 22e blog. Over een maand verschijnt de 23e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

 

Deel dit via:

Reizen met gaatjes

Vorige week stond ik bij een loket van de gemeente Arnhem. Ik had een digitale afspraak gemaakt omdat mijn paspoort was verlopen. Werd welkom geheten door de mevrouw achter de balie. ‘Goedemorgen meneer Fossen, u komt uw paspoort verlengen?’ Het begon dus goed.

Ik overhandigde mijn paspoort en zij bevestigde dat deze inderdaad verlopen was. Maar ik had nog een vraag. ‘Volgende week gaan wij een aantal dagen op vakantie, is het nieuwe paspoort op tijd klaar?’ Dat bleek niet het geval. ‘Misschien is het dan beter dat ik deze afspraak verzet tot na mijn vakantie?’, vroeg ik haar. ‘Nee, dat mag niet. Dit paspoort is verlopen. U kunt het alleen terugkrijgen met gaatjes’. ‘Maar als ik nou niet was gekomen?’ ‘Tja, dat geldt niet want u bent wel gekomen’. Geen speld tussen te krijgen. Ze hield het paspoort buiten mijn bereik. Bovendien vroeg ze of ik wist dat ik strafbaar was als ik met een verlopen paspoort zou reizen. Ja, dat wist ik. Maar dat risico durfde ik wel te nemen. ‘Meent u dat?’, vroeg ze verbaasd. Ja, ik meende het. Desondanks kreeg ik mijn paspoort niet terug.

‘U kunt wel een spoedprocedure aanvragen, dan ligt hij morgen klaar’. Voor het bedrag dat ik daarvoor extra zou moeten betalen kon ik de auto volproppen met stokbroden, dus daar had ik geen zin in. ‘Nee hoor dank u wel, ik reis wel met gaatjes’, zei ik recalcitrant. Ik was hier in een juridische werkelijkheid beland, waarbij een ambtenaar, als verlengstuk van het Koninkrijk der Nederlanden, mij een eenmaal ingeleverd paspoort niet meer mocht teruggeven, ook al is dat mijn wens en risico. Waarom word ik hier zo opstandig van, deze mevrouw doet het toch allemaal voor mijn eigen bestwil? Inmiddels heb ik wel geleerd dit soort gevoelens van onmacht en woede stevig te onderdrukken, dat werkt meestal beter.

Enfin, ik verliet het gemeentehuis en kreeg op de valreep het advies om één dag voor vertrek nog even langs te komen, misschien dat het paspoort al klaar zou liggen. ‘Maar ik kan niks garanderen’, zei ze, ‘resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’ want ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’. Ach, had ze die twee laatste uitspraken maar gedaan, dan was ik met een glimlach vertrokken. Nu alleen met een paspoort met gaatjes.

 

Dit is mijn 21e blog. Over een maand verschijnt de 22e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

 

Deel dit via:

Het is zo simpel

Gisteren wandelden we door de Gamma om een klusje op te knappen waar we het hele jaar niet aan toegekomen waren: een lampje voor de wc kopen. U kent ze wel, zo’n lampje met van die draden erin die je kunt zien, heel modern, je ziet ze overal. Die wilden wij nu ook. Het hele jaar al. Op de afdeling lampen werden we geholpen door een jongeman die ons de verschillen uitlegde en ook bereid was enkele exemplaren te demonstreren zodat je goed kon zien welk en hoeveel licht eruit kwam. De beschrijvingen zeiden ons niet zoveel: 40 watt = 4 watt = 280 lumen. Bovendien heb je ze met gewoon en met iets donkerder glas. Dat moet je zien. Bij de toonbank haalde hij beide lampen uit de verpakking en liet ons de verschillen zien. Dat hielp, we waren eruit.

Volgende onderwerp, de accuboormachine. Wat het probleem was, vroeg hij. Deze laadde niet meer op. Kon aan de boor liggen, de oplader, de accu. Hij haalde er een collega bij die erin gespecialiseerd was. Ik deponeerde het hele zwikje op de toonbank: boor, accu’s, oplader. Hij ging op zoek naar hun eigen oplader. Dat duurde even en ondertussen had ik gezien dat ze een accuboor in de aanbieding hadden. Iets voor plan B.

Hij kwam terug met de oplader en stopte onze accu in zijn lader. Tja, en nu? Wachten? Ondertussen praatte hij wat over het uitlenen van de oplader en dat een nieuwe accu bijna net zo duur is als een nieuwe boor en hoe vreemd dat eigenlijk was. Geen woord over hun aanbieding, hij was helemaal geconcentreerd op het lokaliseren van het probleem. Na enige tijd ging hij op internet zoeken naar de prijs van nieuwe accu’s en die wedijverde inderdaad met de prijs voor een nieuwe boor, zeker als die in de aanbieding was. Langzamerhand werden de contouren van een oplossing zichtbaar en gingen wij voor plan B. De uitslag van het onderzoek deed er niet meer toe. Hij bleek niet eens op de hoogte te zijn van hun aanbieding en was verrast. Wij waren verkocht en liepen naar buiten met een nieuwe accuboormachine en een lampje. Tijd voor koffie.

Hier zijn geen verkooptechnieken aan te pas gekomen, dit is kwaliteit leveren. En dat verkoopt zichzelf. Goede vooruitzichten voor het nieuwe jaar! Dat zeg ik.

Dit is mijn 20e blog. Over een maand verschijnt de 21e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Koopsignalen opvangen

Vorige week ben ik afgereisd naar een zaaltje waar een training ´Acquisitie´ werd gegeven. Een enthousiaste dame heeft ons meegenomen in haar gedachtengoed dat vooral bestond uit veel afkortingen. Wat heb ik geleerd:

  • Het KOE principe: op het juiste moment moet je je Kaken Op Elkaar houden om iets erdoor te krijgen.
  • NIO: Je kunt iemand iets vragen, maar besef altijd: Nee Is Oké.
  • Het opvangen van koopsignalen doe je vooral door goed te luisteren.

Bij alle afkortingen had ze ook sprekende voorbeelden die haar theorieën ondersteunden. Deze werden in geuren en kleuren verteld. Dat kon ze goed. Ook zichzelf aan de groep voorstellen kon ze goed, ze vertelde zoveel dat er geen geheimen meer leken te zijn.

Vooral leuk was de uitwisseling met mijn klasgenoten in kleine groepjes. Ook zij wisten niet zo goed hoe zij de geleerde kennis moesten toepassen. We stuntelden ons door de lesstof heen. Bij de nabespreking bleek dat we heel veel koopsignalen hadden gemist.

Als klap op de vuurpijl kregen we het luciferprincipe aangereikt: vertel in korte tijd waar een (potentiële) klant jou voor kan bellen. Als het lucifertje is opgebrand moet je uitgepraat zijn. We kregen er een pakje lucifers bij die we helaas niet mochten gebruiken. Tja, de brandweer he. Iedereen zat driftig te schrijven en sommigen durfden het aan om hun verhaal voor de groep te vertellen. Chapeau!

Toen ik na afloop naar huis reed zaten mijn zakken vol met geplastificeerde kaartjes waarop alle afkortingen werden uitgelegd. Mèt de naam van het bedrijf erop waar onze trainster voor werkte. Thuis legde ik alles op tafel, mijn vrouw pakte de lucifers, stak er de kaarsjes mee aan en vroeg hoe het was. ‘Goed’ zei ik. ‘Mooi zo’ zei ze en blies de lucifer uit. Zij wel.

Dit is mijn 19e blog. Over een maand verschijnt de 20e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

 

Deel dit via:

Mijn Italiaanse kapper

Op de laatste dag van onze trip naar de hak van de Italiaanse laars, bezocht ik een kapper. Dat doe ik vaker in het buitenland, naar de kapper. Ik heb dan alle tijd, snuif de kapper-cultuur op en ben even verlost van alle stadse indrukken.

Ik zei in mijn beste Italiaans dat hij mij met een machientje mocht doen. Zo doet mijn Turkse kapper in Arnhem het immers ook. Maar nee, daar was geen sprake van. Alles met de hand, net zoals Michelangelo het ook altijd gedaan heeft, zo zei hij. Het zou een kwartiertje duren, het werden er drie. Hij begon over voetballen, soms tegen mij, soms tegen andere klanten in de zaak. Noemde wat namen van legendarische NL voetballers. Ik begon over wielrennen, hoewel mij dat totaal niet interesseert, maar wist zo gauw geen ander onderwerp in het Italiaans te bedenken. En om nu over de Italiaanse begroting te beginnen vond ik weer wat overdreven. Ik noemde Dumoulin en na drie keer viel het Italiaanse kwartje. Deze meneer houdt van wielrennen, mensen!

Tussendoor ging zijn mobiele telefoon een paar keer. Dan liep hij naar buiten en voerde hevig gesticulerend een gesprek. Vervolgens stortte hij zich weer vol toewijding op mijn weelderige haardos. Of er kwam iemand binnen die hem op de schouder sloeg. Dan stopte hij even met knippen, babbelde wat en ging door toen zijn vriend de zaak ongeschoren verliet.

Stiekem werd ik jaloers op deze man. Beetje knippen, beetje babbelen, beetje lachen, en dat allemaal in een mooie Italiaanse stad. Straks zeker nog een cappuccino. Wie wil dat nou niet?

Aan de muur wemelde het van de oorkondes en prijzen die hij had gewonnen. Wel allemaal in de jaren 80 en 90, zo bleek. Maar goed, hij had ze toch maar. En hij was er trots op. Het komt allemaal goed met Italië, dacht ik, toen ik weer met een frisse blik door de stad liep. Ciao.

Dit is mijn 18blog. Over een maand verschijnt de 19e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Hier, precies hier.

Onlangs was ik bij een fysiotherapeut die gespecialiseerd was in de schouder. Ik had daar wat last en zij zou mij helpen. Ik ging in de wachtkamer zitten, werd binnengeroepen en gaf haar mijn verwijsbriefje van de huisarts. Ze nam plaats achter de computer en zei hardop wat er op dat briefje stond. ‘Ok’, zei ze, ‘dat is niet mis’.

Niet mis, dacht ik, wat zou ze daarmee bedoelen? Mij ontbrak de moed ernaar te vragen en onze broze relatie meteen op scherp te zetten. Bovendien had ze mij nog niks gevraagd en voelde ik mij een beetje hulpeloos op de stoel zitten. Vervolgens ging ze allerlei dingen intypen: geboortejaar, geslacht, verzekeringsmaatschappij. Ze was er druk mee en ik zat daar maar. Ik kreeg langzamerhand spijt dat ik een afspraak had gemaakt. Als het een restaurant was geweest was ik nu opgestapt.

Ik gaf korte antwoorden zodat dit zo snel mogelijk achter de rug zou zijn. Toen dat het geval bleek te zijn zei ze: ‘Nou, vertel’. Ik had even geen idee waar ze heen wilde en zei maar dat ik last had van mijn schouder. ‘Waar doet het pijn?’ vroeg ze en bleef achter haar computer zitten. ‘Vertel maar gewoon’. Ik wees met mijn rechterhand naar mijn linkerschouder. ‘Hier’ zei ik. ‘Ja, maar waar precies?’ zei ze. ‘Nou, hier precies’ zei ik met enige irritatie in mijn stem en wees opnieuw naar die plek. Ik kreeg sterk het gevoel dat ik iets niet goed deed.

‘Daar gaan we dan eens naar kijken. Doe je arm eens omhoog’. Ik deed gedwee wat ze vroeg. Later moest ik mijn overhemd en mijn schoenen uitdoen en op de bank gaan liggen. Toen begon het eigenlijke werk. Maar ze was mij al een beetje kwijt.

Dit zou toch anders moeten kunnen. Ik had behoefte aan wat aandacht voor de schouder, een deskundig advies, eventueel wat oefeningen voor thuis en natuurlijk is het prima om ook wat gegevens van mij te verzamelen. Maar dan graag in die volgorde. Volgende patiënt graag.

 

Dit is mijn 17e blog. Over een maand verschijnt de 18e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

de Huisarts en de Spelregels

Deze week zat ik in een zaal met veel huisartsen, ik denk wel 50. Ze kwamen allemaal om zich te laten trainen in het leiden van discussiebijeenkomsten over de toekomst van de huisartsenzorg. Aan deze bijeenkomsten zijn spelregels verbonden en deze werden daar uitgelegd. Daarna zouden we gaan oefenen. Eén van de spelregels is dat de groep waarmee we de komende weken de discussie gaan voeren, kunnen kiezen uit 12 thema’s. Ik noem er een paar: arts-patiënt relatie, preventie, opleiding van nieuwe huisartsen, e.d. Deze thema’s zijn bedacht door een commissie van huisartsen. Tijdens de bijeenkomst werd de vraag gesteld of ook andere thema’s besproken mochten worden, die niet op de lijst van 12 staan. Een 13e thema. Nee, dat was niet de bedoeling. De keuze bestaat uit 12 thema’s. Dat zijn de spelregels.

Vervolgens legde de trainer uit dat een discussiebijeenkomst alle kanten uit kan gaan als daar niet enige structuur in aangebracht wordt. Zo hadden de commissieleden vooraf per vraag antwoordopties geformuleerd in drie gradaties: A, B en C. Optie A beschrijft de traditionele benadering, B min of meer de huidige situatie en de C de toekomstige situatie.

Eén van de aanwezigen merkte op dat zij zich nog wel 10 andere opties kon voorstellen en waarom voor deze opties was gekozen en of dit de beste opties zijn. De trainer zei dat dit niet persé de beste opties zijn, maar dat het gaat om de argumenten die huisartsen aandragen voor hun keuze. Dáár zijn ze naar op zoek. Vervolgens viel één van commissieleden de trainer bij en gaf aan dat we het middel niet tot doel moeten verheffen: het is een spelletje en dit zijn de spelregels.

Wat je ziet is dat huisartsen heel goed zijn in het bediscussiëren van spelregels en daar kritisch in kunnen en willen meedenken. Dat is goed en inspirerend in de ene, maar soms ook vermoeiend in de andere situatie. Aan ons als discussieleiders de taak om de spelregels goed uit te leggen aan de groepen die wij gaan begeleiden. Zodat we ook toekomen aan de argumenten en niet blijven hangen in het adagium van Loesje die zegt: de spelregels van de verbeelding staan nooit vast.

Als dat lukt komt alles op z’n pootjes terecht en krijgen we een dijk van een toekomstvisie. Kom daar nog maar eens overheen.

Dit is mijn 16e blog. Over een maand verschijnt de 17e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief via https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Afscheid nemen

Het gesprek met de opdrachtgever was van korte duur: ze wilde afscheid nemen. De mededeling kwam niet onverwachts. In de afgelopen maanden bleken de verwachtingen niet synchroon te lopen. Zij had iets anders voor ogen. Tijdens de sollicitatie was het schaap met de vijf poten voorbij gekomen. Dat schaap bleek ik niet te zijn. Het team waar ik mee samenwerkte zat op het paard, maar dat moest anders volgens haar: ik zou op dat paard moeten plaatsnemen en de teugels strak in handen nemen.

Het heeft mij een paar slapeloze nachten gekost. Het is mijn eer te na, ik heb geprobeerd het tij te keren. Dat is niet gelukt. Het team steunde mij, gelukkig. Zij zaten liever op dat paard, ik zou na enkele maanden weer weg zijn. Volgens mij is dat de goede instelling.

Tja, hoe heeft het zover kunnen komen? Heb ik de opdracht niet goed begrepen? Heeft zij het niet goed uitgelegd? Het zal wel de bekende combinatie van factoren zijn.

Ik wilde graag nog een aantal zaken afronden met het team. Daar was tijd voor nodig. Die werd mij met moeite gegund. Ik sleepte mijzelf naar kantoor. Eenmaal aanwezig ging het wel weer. Nu die laatste weken voorbij zijn overheerst de opluchting. Voortaan ga ik het allemaal anders doen. Meer dit en minder dat. Vooraf meer zus en zo. Zodat ik uiteindelijk kan tippen aan dat schaap. En zonder moeite op een paard kan plaatsnemen. En dan de teugels loslaten. Want alleen dan heb ik twee handen vrij.

Er was een mooier afscheid: dat van een lieve tante, tante Gré. Een tante die zei waar het op stond. Nam nooit een blad voor de mond. Liet ons lekker vrij en buiten spelen. Vlotten bouwen, eieren zoeken en altijd samen delen. Vergeten doen we haar niet. Want afscheid nemen bestaat niet.

Dit is mijn 15e blog. Over een maand verschijnt de 16e. Omdat het kan. 

Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

Het lopend buffet

Onlangs was ik op een familiefeestje waar het op een gegeven moment tijd werd voor een lopend buffet. Dat woord is al enigszins merkwaardig als je erover nadenkt. Moet je vooral niet doen. Tijdens de borrel die eraan vooraf ging liepen er dames rond met dienbladen waarop hapjes lagen. Dat wordt dan weer geen lopend buffet genoemd.

Enfin, terug naar het buffet. Er stonden enkele tafels langs een muur geparkeerd waarop de koude en warme hapjes stonden. Goed verzorgd, kleurrijk en er stond inmiddels een flinke rij die er langs schuifelde. Ondertussen maak je een praatje met je voor- of achterbuurman en wacht je geduldig op je beurt. Gezelligheid kent geen tijd.

Kan dat anders? Ik stel mijzelf die vraag omdat ik bij de tweede ronde een man voor mij trof die veel tijd nodig bleek te hebben om enkele garnaaltjes op zijn bord te krijgen. Garnaal voor garnaal en ik maar oefenen in geduld. Onwillekeurig moest ik aan Herman Finkers denken die eens heeft gezegd: ‘om 7 uur is het warme buffet, om half 8 het lauwe en om 8 uur is er een koud buffet’. Passeren leek mij onbeleefd, bovendien wilde ik ook wat garnaaltjes. En mijn achterbuurman was met iemand anders in gesprek dus er restte mij niks anders dan geduldig toekijken hoe hij zijn garnaaltjes verzamelde.

Ik stel mij een ronde buffettafel voor waar je op elk deel kunt insteken. Inhalen is dan ook minder onbeleefd omdat er geen voor- of achterkant is. Soms is rond beter. Of een langwerpige tafel die vanaf beide kanten te benaderen is. Misschien is daar in buffetland al flink over nagedacht en zijn daarbij uitdrukkelijk de voordelen benoemd van het wachten, het praten met de buurman en het toekijken, zonder al die nadruk of efficiency. Daar valt veel voor te zeggen. Maar toch.

In een ver buitenland heb ik wel eens maaltijden genuttigd met groepen waarbij op de tafel een rond draaiplateau was geïnstalleerd met daarop de diverse gerechten. Zelf kon je blijven zitten, het eten draaide langs je heen. Ik zal niet beweren dat dat beter is, maar er zijn meerdere manieren om een buffet lopend te krijgen. Dit is er één.

Dit is mijn 14e blog. Over een maand verschijnt de 15e. Omdat het kan. 

Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via: