Regels

Monopoly: een spel dat begint met gezelligheid en eindigt met financiële vernedering. Gisteren speelde ik het weer eens met een neefje van 10 die bij ons logeert en er zich op had verheugd.

Bij Monopoly wemelt het van de zelfbedachte regels. Als je langs Start komt krijg je altijd € 200,- en hij betwistte onze regel dat je het dubbele krijgt als je óp Start komt. Zal dan wel door ons bedacht zijn. Nou prima, dan doen we dat niet. Wat hij wel weer leuk vond, maar zelf niet deed, was dat je belastinggeld in de pot legde en mocht meenemen als je op ‘Vrij parkeren’ kwam. De ‘echte’ regels opzoeken vond hij niet nodig dus dit spraken we gewoon zo af.

Hij wilde graag de bank zijn en had ook de regie over het verdelen van de straten. De huizen waren keurig in een rijtje neergezet en ook die waren onder zijn hoede. Ik liet het mij lekker aanleunen.

Tot er een moment kwam dat ik even een kopje thee wilde inschenken en tegelijkertijd iets moest betalen. Dat laatste zou hij dan wel doen en hij liep al naar de andere kant van de tafel, maar dat ging mij te ver. ‘Ho, ho’, zei ik, ‘niet aan mijn geld komen, ik ben de enige die dat mag’. Niet dat ik hem wantrouwde, hij speelde zo eerlijk als goud, maar er zijn regels die ik liever niet op de helling zet en één daarvan is: je lost je eigen problemen op. In die zin is Monopoly een uitgesproken kapitalistisch spelletje dat vaak bijzondere – en soms genadeloze – kanten van de mens blootlegt. Toen ik na enige tijd in een nogal penibele situatie terecht kwam en iets aan hem moest betalen wat ik absoluut niet had, vroeg ik hem uitstel van betaling. De regel is dat je eerst je huizen verkoopt, een hypotheek op je straten neemt, maar dat is meestal het begin van het einde en bovendien lastig uit te leggen.

Hij ging akkoord en ik hoefde hem pas over drie beurten te betalen. Daar probeerde ik nog vijf van te maken, maar nee, drie was drie en daarna zouden we wel weer zien. Aan onderhandelingsvaardigheden geen gebrek.

Toen de kansen enkele beurten later waren gekanteld en hij in een lastig parket kwam, stelde hij voor beide straten van Amsterdam, mét huizen, aan mij te geven zodat zijn schuld in één keer ingelost was. Ik vond het een creatieve oplossing en alleen al daarom ging ik ermee akkoord. Toen hij even later wéér een groot bedrag aan mij moest betalen zag ik zijn mondhoeken naar beneden gaan en was de stemming omgeslagen. Dit vond hij echt niet meer leuk. Natuurlijk gaf ik hem uitstel van betaling, zo ben ik dan ook wel weer, en normaliseerde de situatie al gauw. Deze coulance over en weer resulteerde er in dat het spelletje nog niet was afgerond toen het bedtijd was dus we schoven de hele handel onder kast. Ik vermoed dat ik weinig kans maak op de overwinning want inmiddels heeft hij veel meer steden dan ik en ook hotels in Groningen. Bovendien heeft hij geld en ik niet. Wie weet kan ik mijn ondergang nog enigszins rekken want waarschijnlijk win ik niet, misschien verlies ik ook — maar zolang we blijven schuiven met kaartjes en knikkeren met regels, blijft het spel de moeite waard.

Uit: 1000 PINGUÏNS Door: WASCO

Dit is mijn 95e blog. Over een maand verschijnt de 96e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via:

1 gedachte over “Regels”

Plaats een reactie