Voor het geval dat

In het boek Jouw gezicht morgen leer ik een Spanjaard kennen die in Engeland voor een geheime organisatie werkt. Het is zijn taak om te onderzoeken wat mensen in de toekomst zullen doen. Wat er met zijn rapporten en adviezen gebeurt is hem niet bekend, evenmin voor wie ze in laatste instantie zijn bestemd of waar ze precies toe dienen. Soms denkt hij dat ze alleen maar gearchiveerd worden, voor het geval dat.

In de sector waar ik werkzaam ben gebeuren veel zaken ‘voor het geval dat’. Risico’s in kaart brengen en uitsluiten of op z’n minst verminderen. Op zich een mooi streven totdat het middel tot doel wordt verheven. In een huisartsenpraktijk wordt de temperatuur van de koelkast bewaakt zodat de medicatie voldoende gekoeld blijft. Een gewone thermometer is meestal niet voldoende omdat je niet weet hoe de temperatuur tussen twee metingen is geweest. Stel de stroom valt tijdelijk uit? Voor het geval dat moet je dus een andere, bijv. een digitale thermometer aanschaffen. Die kun je ‘uitlezen’. Daar kunnen wij dan de aandacht op vestigen. Het is echter van belang dat de huisartsen zelf bepalen welke risico’s zij zien. De thermometer blijft een middel. Ieder uur op de gewone thermometer kijken, ook ’s avonds en in het weekend, is ook prima. We kunnen hen daarop bevragen en dat is nuttig, maar steeds meer hebben we de neiging om hen een middel voor te schrijven.

Huisartsen lossen liever een probleem op. Dat zijn ze gewend. Daar zijn ze goed in. Er dient zich iemand aan met buikpijn en zij kijken wat ze kunnen doen. Vaak is dat voldoende, soms schiet het tekort en is het goed wat meer te anticiperen. Dat kun je leren.

In Jouw gezicht morgen beschrijft de auteur dat vroeger elke reiziger die een bezoek bracht aan de Verenigde Staten de vraag werd gesteld of hij van plan was de president van dat land naar het leven te staan. Niemand gaf ooit een bevestigend antwoord op die vraag, behalve voor de grap. De reden van die vraag was blijkbaar dat, mocht iemand op het idee komen een aanslag te plegen op de president, aan de belangrijkste tenlastelegging die van meineed kon worden toegevoegd. De vraag werd dus gesteld voor het geval dat.

Mij werd ooit gevraagd of ik male of female was toen ik de VS inging. Ik moest er om lachen, maar dat bleek niet de juiste reactie te zijn. Ze wilden volgens mij weten of ik er ook als man weer uit zou gaan. Terecht. Stel je voor.

Uit: 1000 PINGUÏNS
Door: WASCO

Dit is mijn 29e blog. Over een maand verschijnt de 30e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via: