Lang zullen ze leven

Ademloos las ik deze week een krantenartikel van Joris van Casteren waarin een man wordt opgevoerd die is overleden en waarbij niemand op de begrafenis kwam. Dit bleek een vitale man te zijn geweest van ruim over de 80 die in hartje Amsterdam woonde, hield van wandelen en met niemand sprak. ‘Eenzaam en mensenschuw’ werd hij genoemd. Het mooie aan dat artikel is dat de schrijver ook een beeld geeft van het leven van deze man, gereconstrueerd met wat er nog aan spullen is en wat buren over hem vertellen. Ik probeer erachter te komen wat mij hieraan zo fascineert.

Deze man liep dus regelmatig naar IJburg en weer terug, dat is een wandeling van zeker 15 km, deed op de terugweg boodschappen en kookte in zijn krappe kamertje een maaltijd voor zichzelf, meestal iets met vis en groenten, zo las ik, keek televisie, kruiste van tevoren in zijn tv gids aan wat hij wilde zien en ging om 21.00 u naar bed.

Zielig is een woord dat zou kunnen opkomen, maar de vraag is of deze man zo zielig was. Ik neig eerder naar moedig te grijpen omdat hij misschien wel deed wat hij het liefste deed en zich van niemand iets aantrok. We zullen het nooit weten. Misschien is dat wel wat mij zo boeit: iemand die zich van niemand iets lijkt aan te trekken. Zoals een politicus wel eens gezegd heeft: ‘als iedereen goed voor zichzelf zorgt wordt er niemand vergeten’. Die gebruik ik ook graag als ik geen zin heb om mij met anderen te bemoeien.
Ook kreeg ik deze week een échte visie van een partij in mijn mailbox, met o.a. de mooie slogan ‘We laten iedereen vrij – maar niemand vallen.’ Dat ging over de wijze waarop we Nederland willen inrichten na de crisis. Met vanzelfsprekend aandacht voor gelijke kansen, onderwijs, gezondheid, maar vooral ook: kunst en cultuur.
‘…Confronteert met de mooie en minder mooie kanten…, zo stond er te lezen. En: ‘…als spiegel en ontspanning… als fundament van onze beschaving.’ Dit soort berichten, die van ogenschijnlijk niets iets maken, horen daar zeker bij. Maar ook de man die in staat is het leven tot kunst te verheffen hoort erbij. Die laten we niet vallen. En zijn we uiteindelijk niet allemaal een beetje kunstenaar?

Dit soort krantenrubrieken zijn doordesemd van eenzaamheid, schoonheid en aandacht of, zoals Plato het zei: het Goede, het Ware en het Schone. De schrijver las een gedicht voor op de begrafenis, met daarin o.a. de volgende zinnen:
Hoeveel dagen moet je verzamelen voordat je leeg kan zijn,
het gewicht van morgen niet meer hoeft te dragen
en jezelf langzaam mag vergeten

Helaas gingen zijn woorden verloren in het geluid van een passerende trein.
Lang zullen ze leven – die kunstenaars.

Uit: 1000 PINGUÏNS
Door: WASCO

Dit is mijn 37e blog. Over een maand verschijnt de 38e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via: