De grap

Ik stond laatst bij de tramhalte, komt er een Belg in zijn auto aanrijden en staat voor het stoplicht. ’t Is groen, hoor ik z’n bijrijder zeggen. Zegt die Belg: ‘een kikker’.

Ik zat laatst op de fiets en pelde een banaan. Want zoals iedereen weet, een banaan op de fiets is niet te versmaden en soms ook noodzakelijk. Net op dat moment wilde ik een zwarte man voorbijrijden en als ik niks deed zou hij die banaan in mijn rechterhand zien. De banaan werd ineens een ding die, hoe zal ik het zeggen, heel erg aanwezig was. Ik was mij nog nooit zo bewust geweest van een banaan.

Er waren verschillende opties: 1) vaart minderen, de banaan opeten en dan m’n tempo hervatten en de zwarte man inhalen. Echter, dan deed ik net alsof ik met iets clandestien bezig was. Bovendien fietste mijn zoon voor me en zou ik terrein op hem verliezen. Wat op zich nog niet zo erg zou zijn want inmiddels was de afgelopen dagen duidelijk geworden dat ik het tegen hem moest afleggen qua fietsconditie. 2) doen alsof er niks aan de hand was en gewoon doorrijden en –eten. Geen slechte optie, echter liep ik dan de kans dat ik iemand zou beledigen of provoceren. 3) de banaan verstoppen, inhalen en bij voldoende afstand de banaan weer tevoorschijn halen. Hoezo eigenlijk, hier speelt hetzelfde als bij 1. Bovendien, waar laat je zo snel een banaan als je een korte broek en een t shirt aan hebt?

Dit soort gedachten komen op de fiets vaker voorbij. Hele reële of minder reële spinsels. Het lijkt alsof je op de fiets je erg bewust bent van de omgeving. In opperste staat van paraatheid. Moet ook wel want overal loert het gevaar: een auto van rechts, mondkapje op de weg, een vlieg in je oog. Dat is ook het mooie van de fiets, je bent buiten, je voelt de wind en soms de regen, de zon straalt en door het ritme van de pedalen kom je in een soort schemertoestand terecht waar dit soort gedachten de kans krijgen zich te ontwikkelen. Dit geldt overigens alleen als je substantiële afstanden aflegt, niet als je even naar de bakker fietst. En ook moet je niet gestoord worden door mede fietsers die gezellig met je willen babbelen. Zie het als een soort yoga oefening, maar dan leuker en net zo verslavend.

Enfin, in een split second heb ik voor optie 2 gekozen. Voor de zekerheid en voor de grap ben ik toen wat harder gaan fietsen, haalde mijn zoon in die er geen woorden aan vuil maakte en stoïcijns bleef doortrappen. Zoals je verwacht als je samen een fietstocht maakt.

Uit: 1000 PINGUÏNS
Door: WASCO

Dit is mijn 39e blog. Over een maand verschijnt de 40e. Omdat het kan. Ook aanmelden kan. Schrijf je in op de E-mail nieuwsbrief. Zie https://janfossen.nl/

Deel dit via: