Pinguïn, vlo en olifant

Pinguïns zijn alles wat een vogel niet moet zijn. Ze brengen het grootste deel van hun tijd in of onder water door en nooit hoog in de lucht. Ze zijn plomp, lawaaierig en onhandig aan land. Maar ook heel succesvol: zwemmen, duiken, rodelen op hun buik. En heel sociaal.

Maar dan de vlo en de olifant. De vlo staat voor de zelfstandige die in de economie steeds belangrijker wordt. De olifant voor de grote organisatie die voor vernieuwing steeds afhankelijker worden van de vlo. Zegt Charles Handy, een Engelse managementdenker. Heeft hij gelijk? Hij stelt in zijn boek een aantal vragen, die ook mij bezighouden: hoe kan ik groeien en toch klein blijven, hoe verenig je creativiteit met efficiency, hoe ben je zowel welvarend als sociaal acceptabel? Het is een verhaal van een kleine zelfstandige. Maar, zegt hij, de nieuwe manier van werken in de Westerse samenleving draait niet om zelfstandigen óf grote organisaties, maar juist om de onderlinge afhankelijkheid tussen de olifanten en de vlooien. Vlooien zijn vrij, maar horen tegelijkertijd nergens bij. Daarom kom ik graag bij een paar olifanten over de vloer. Toch blijf ik liever trouw aan de pinguïn. Die is vrij, maar hoort ook ergens bij.

Jan Fossen

Deel dit via: